Pulsering

Als we een amoebe onder een microscoop bekijken, dan zien we dat dit eencellige wezentje voortdurend samentrekt en uitreikt in een ritmische beweging. Normaal gesproken kan de amoebe ongehinderd uitreiken, zoals bij het uitreiken naar voedsel. Maar bij gevaar van buitenaf trekt het zich samen. Een mens reageert net eender, naast het uitzetten en inkrimpen van onze ademhaling vind op een dieper niveau in ons lichaam ook een ritme plaats van uitreiken en samentrekken. Dit ritme is overal voelbaar op het lichaam. Alles wat er met lichaam en geest gebeurt wordt door dit systeem geregeld. Want lichamelijke en geestelijke symptomen houden altijd verband met elkaar.Als de geest zich kromt, kromt het lichaam zich ook. Doorgaans reiken we uit naar datgene wat aangenaam, belangrijk en interessant is en trekken samen als we ons bedreigd, afgewezen of gekwetst voelen. In ons taalgebruik vinden we veel uitdrukkingen waarin dit wordt weergegeven, zoals: je been stijf houden, een brok in de keel hebben, jezelf in de hand houden, je kiezen op elkaar zetten, je gezicht in de plooi leggen, je schrap zetten, verstijven van schrik, op gespannen voet leven, stijfkoppig zijn, een hart van steen hebben, enzovoort. Ons lichaam heeft het natuurlijke vermogen om datgene wat onaangenaam is niet te voelen. Het doet dat door een bepaald deel van het lichaam samen te trekken, te verkrampen.(pantsering) Daar waar het ritme van de beweging wordt onderbroken ontstaat een blokkade,waardoor we het onaangename gevoel niet meer waarnemen.Maar soms houden we die verkramping zolang vast,dat dit op zich ook een onaangenaam gevoel wordt. Op zo'n moment besluiten we dikwijls om er iets aan te gaan doen.